Waarom de bijna doodervaring zou bijzonder is (2)
Klinisch
dood houdt in dat er een zogenaamde “flatline” hersengolf is, geen enkele
meetbare activiteit van de hersenen. Deze flatline treedt ook altijd op nadat
het hart enkele seconden tot maximaal 8 sec stil ligt.
Alleen in
die toestand komt deze karakteristieke BDE voor. Niet tijdens droom, niet
tijdens hallucinatie, niet tijdens psychedelische drugtrip. Tijdens dergelijke
ervaringen is er ook geen flatline hersengolf.
Wetenschappelijk
staat het vast dat er geen bewustzijn is tijdens een flatline. Critici die
zouden zeggen dat er wel nog bewustzijn zou kunnen zijn in die toestand, zeggen
immers automatisch dat het bewustzijn of de geest iets anders is dan onze
hersenen. Daarom is daar geen discussie over mogelijk. Er wordt trouwens nooit
een flatline gezien tijdens coma, bewusteloosheid, slaap, drugervaring… alleen
bij klinische dood.
Men zou
immers beweren dat er bewustzijn mogelijk is zonder functioneren van onze hersenen.
Dit is een onoverkomelijke paradox.
Daarom
zoeken veel sceptici hun heil bij de korte tijd tussen bewustzijn en flatline.
Tijdens deze zeer korte periode zou een ervaring kunnen voorkomen. Men moet dan
wel ook zeer veel ervaren op deze zeer korte tijd om het langs die
ontsnappingsweg weg te kunnen houden van metafysische, spirituele of
paranormale verklaringen.
In geval de
bijna doodervaring zich tijdens de overgang van hersenactiviteit naar flatline
zou voordoen, zou alles verklaard kunnen worden zonder de paradox die optreedt
voor iedere bewering dat het zich zou kunnen voordoen tijdens een flatline. Althans,
zo lijkt het.
Maar ook de
alternatieve verklaring dat de BDE zou kunnen geproduceerd worden tussen
bewustzijn en flatline, stort onherroepelijk neer bij sommige getuigenissen van
wat men zag tijdens men een flatline had.
Velen
rapporteren immers een uittreding die correcte waarnemingen beschrijft van
dingen die men onmogelijk kon weten als men niet bewust was zijn tijdens de
flatline. Vele beschrijven immers hoe ze bepaalde zaken van buiten hun lichaam
zagen terwijl deze gebeurden TIJDENS FLATLINE omdat wat ze waarnamen zich
immers afspeelde tijdens een flatline en niet tussen leven en klinische dood.
De BDE is
dus zo bijzonder omdat zowel de verklaring dat deze tijdens een flatline zouden
voorkomen, als tijdens de periode tussen bewustzijn en flatline, schaakmat
stellen.
Zoals we
hier uitlegden stelt de eerste verklaring simpelweg dat bewustzijn en hersenen
afzonderlijke dingen zouden zijn, welke
voor de wetenschap een absolute paradox zijn
en
de tweede
verklaring dat er bewustzijn kan voorkomen na de toestand tussen leven en
klinische dood, wat net als de eerste zou impliceren dat geest buiten de
hersenen een feit is.
Geen enkele
wetenschappelijke verklaring geeft een sluitende verklaring die niet met
zichzelf in strijd is. De BDE komt voor zonder hersenactiviteit.
Er zijn nog
andere bijzondere implicaties van een BDE. Dit is er slechts één.
Reacties graag via Forum
Geen opmerkingen:
Een reactie posten