Aura-Oasis - - Studie en onderzoek van paranormale fenomenen

zaterdag 17 maart 2012

Feiten van de bijna doodervaring (2/2)


Waarom de bijna doodervaring zou bijzonder is (2)
Klinisch dood houdt in dat er een zogenaamde “flatline” hersengolf is, geen enkele meetbare activiteit van de hersenen. Deze flatline treedt ook altijd op nadat het hart enkele seconden tot maximaal 8 sec stil ligt.
Alleen in die toestand komt deze karakteristieke BDE voor. Niet tijdens droom, niet tijdens hallucinatie, niet tijdens psychedelische drugtrip. Tijdens dergelijke ervaringen is er ook geen flatline hersengolf.

Wetenschappelijk staat het vast dat er geen bewustzijn is tijdens een flatline. Critici die zouden zeggen dat er wel nog bewustzijn zou kunnen zijn in die toestand, zeggen immers automatisch dat het bewustzijn of de geest iets anders is dan onze hersenen. Daarom is daar geen discussie over mogelijk. Er wordt trouwens nooit een flatline gezien tijdens coma, bewusteloosheid, slaap, drugervaring… alleen bij klinische dood.
Men zou immers beweren dat er bewustzijn mogelijk is zonder functioneren van onze hersenen. Dit is een onoverkomelijke paradox.

Daarom zoeken veel sceptici hun heil bij de korte tijd tussen bewustzijn en flatline. Tijdens deze zeer korte periode zou een ervaring kunnen voorkomen. Men moet dan wel ook zeer veel ervaren op deze zeer korte tijd om het langs die ontsnappingsweg weg te kunnen houden van metafysische, spirituele of paranormale verklaringen.

In geval de bijna doodervaring zich tijdens de overgang van hersenactiviteit naar flatline zou voordoen, zou alles verklaard kunnen worden zonder de paradox die optreedt voor iedere bewering dat het zich zou kunnen voordoen tijdens een flatline. Althans, zo lijkt het.

Maar ook de alternatieve verklaring dat de BDE zou kunnen geproduceerd worden tussen bewustzijn en flatline, stort onherroepelijk neer bij sommige getuigenissen van wat men zag tijdens men een flatline had.
Velen rapporteren immers een uittreding die correcte waarnemingen beschrijft van dingen die men onmogelijk kon weten als men niet bewust was zijn tijdens de flatline. Vele beschrijven immers hoe ze bepaalde zaken van buiten hun lichaam zagen terwijl deze gebeurden TIJDENS FLATLINE omdat wat ze waarnamen zich immers afspeelde tijdens een flatline en niet tussen leven en klinische dood.

De BDE is dus zo bijzonder omdat zowel de verklaring dat deze tijdens een flatline zouden voorkomen, als tijdens de periode tussen bewustzijn en flatline, schaakmat stellen.

Zoals we hier uitlegden stelt de eerste verklaring simpelweg dat bewustzijn en hersenen afzonderlijke dingen zouden zijn,  welke voor de wetenschap een absolute paradox zijn
en
de tweede verklaring dat er bewustzijn kan voorkomen na de toestand tussen leven en klinische dood, wat net als de eerste zou impliceren dat geest buiten de hersenen een feit is.

Geen enkele wetenschappelijke verklaring geeft een sluitende verklaring die niet met zichzelf in strijd is. De BDE komt voor zonder hersenactiviteit.

Er zijn nog andere bijzondere implicaties van een BDE. Dit is er slechts één.
Reacties graag via Forum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten